Een egale melkwitte tot lichtgele wolk, gekenmerkt door de halo’s die om de zon of maan voorkomen. Daarbij zijn soms prachtige kleurschakeringen mogelijk, veroorzaakt door de ijskristallen waaruit deze wolk meestal bestaat.
Neerslag uit deze wolk is mogelijk doch zeldzaam; in de meeste gevallen verdampt de neerslag alvorens het de grond bereikt.
Een aantal variëteiten zijn mogelijk, waaronderfibratus. Deze vorm laat iets meer van een draderige structuur zien. Veel vaker is de wolk zonder enige tekening te zien. Cirrostratus ontstaat meestal aan de voorzijde van warmtefronten en vormt zich uit velden van cirrusbewolking. Uit Cirrostratus ontstaat na verdichten dikwijls altostratus waarna de neerslag kan gaan vallen.
Fysiek voor wat betreft de ontstaanswijze dezelfde wolk als altocumulus.
De inhoud van deze mooie, witte ribbelige wolk bestaat uit ijskristallen. De ribbelvorm lijkt vaak op zandribbels van het strand.
De elementjes zijn klein, rond of ovaal en vaak voorzien van kleinere of grotere gaten daartussen.
De hoogte ligt tussen de 17.000 en 25.000 voet (5 en 8 km)
Cirruswolken zijn bij sommigen bekend als sluierbewolking.
Het zijn witte vezelige of pluizige wolken, alleen bestaande uit ijskristallen. Soms zijn de wolken zo dicht dat halo’s of zgn. bijzonnen mogelijk zijn. Cirrus komt heel vaak voor en is vaak op enige afstand van depressies de eerste voortekenen van ander weer. Ook in hogedrukgebieden komen deze wolken voor en lossen binnen deze druksystemen maar moeilijk op.
Pas wanneer cirrus in hoeveelheid en dikte toeneemt is ander weer op komst. Dan gaat de wolk over in cirrostratus. Ook de toppen van onweerswolken (cumulonimbus) bestaan uit cirruswolken, net zoals tropische cyclonen. Afhankelijk van de structuur en vorm zijn de volgende vormen mogelijk:
De hoogte van cirrus variëert van 19.000 tot 35.000 voet (6 tot 10 km).
Copyright © Alle rechten voorbehouden